De toren heeft onder elke staander een stempel waarmee hij op de pilaar rust. Alle 4 de stempels hebben aan de onderkant een gaatje waar een M2 draadeind o.i.d. ingedraaid kan worden waarmee de stempels aan de pilaar vastgezet kunnen worden, door aan de onderkant een moertje te plaatsen. Het positioneren van de torens op de pilaren moet zeer zorgvuldig gebeuren en samen met de bogen en stempels, om een goed passend en recht geheel te krijgen. Vooral de positie van de te boren gaten voor de stempels moeten goed overeenkomen met de plaatsing van de boog, zodat beiden in hetzelfde vlak liggen.
Zie voor de plaatsing van de boorgaten in de pilaren de bouwbeschrijving aldaar.